2. Het geschilderde oeuvre
Over Jan Sluijters als persoon was bij aanvang van dit project al vrij veel bekend en over zijn werk is tijdens zijn leven maar ook daarna met regelmaat gepubliceerd. Door het onderzoek dat aan de basis ligt van deze publicatie hebben we het beeld dat er van hem bestond echter kunnen nuanceren. Het heeft geleid tot een beter inzicht in zijn oeuvre en werkwijze. Sluijters komt naar voren als een gedreven schilder voor wie de realiteit altijd het uitgangspunt is gebleven.
In de Nederlandse kunstgeschiedenis is Sluijters een constante factor. Tijdens zijn leven was hij een gevierd schilder en werden er tal van tentoonstellingen aan hem gewijd. Na een periode van relatieve stilte in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw nam de waardering voor zijn werk weer toe en tot vandaag de dag is de belangstelling daarvoor onverminderd groot. Tegenstanders zijn er echter ook. Vrijwel geen andere twintigste-eeuwse Nederlandse kunstenaar weet naast grote bewondering zoveel weerstand op te roepen als Jan Sluijters. Deels is dit te verklaren uit de ongelijkheid van kwaliteit binnen het oeuvre. Maar ook uit het feit dat Sluijters zich niet gemakkelijk laat plaatsen in de kunstgeschiedenis. Hij was een intuïtief schilder die zich nooit volledig heeft overgegeven aan een theorie of een stroming: ‘Stel dat ik een groot picturaal talent heb, ik zou wel gek zijn om het op te offeren aan een bepaalde theorie’. Als schilder ‘pur sang’ was hij wars van leerstelligheid en het ging hem – en dat is aan zijn werk af te lezen – in de eerste plaats om het plezier van het schilderen.
Omvang van het oeuvre
Sluijters was een noeste werker. Na een turbulente start in Parijs in het begin van zijn kunstenaarscarrière hield hij er, terug in Amsterdam, een regelmatige levensstijl op na: ‘Ik werk den geheelen dag en ’s middags ga ik naar Arti, biljarten. Ik ben onder mijn collega’s een echte kruidenier, helemaal niet artistiek’. Zijn werkdrift en discipline resulteerden in een oeuvre waar bij het bepalen van de exacte omvang altijd iets te raden over zal blijven. Vermoedelijk, zo kunnen we op dit moment vaststellen, heeft hij zo’n 1500 schilderijen gemaakt. Daarnaast is er een ontelbare hoeveelheid tekeningen en aquarellen die soms als voorstudie dienden voor de werken in olieverf.
Typering van het oeuvre
Het op de juiste manier beoordelen van zo’n omvangrijk oeuvre roept de vraag op: Wat maakt iets tot een echte Sluijters, of, anders geformuleerd, waaruit bestaat nu het eigene, onvervreemdbare van Sluijters? Naast tekenaar, graficus en illustrator was Sluijters in de eerste plaats een echte schilder met een ambachtelijke opvatting van het kunstenaarschap. De uitdaging lag er voor hem in de mogelijkheden van schilderkunstige middelen als kleur, licht en vorm tot het uiterste te onderzoeken. Hij hield van het metier en was bezeten van het schilderen. Alle trucs die het gebruik van olieverf toestaat wist hij op een virtuoze manier te benutten. Zijn schilderijen zijn nooit glad of geacheveerd, altijd is het handschrift zichtbaar. Als colorist schroomde hij niet om kleur in alle hoedanigheden te gebruiken. Hij sprak over de ‘gevoelskleur’ die het onderwerp waarmee hij bezig was, wat het ook was, een persoon, een landschap of een vaas met bloemen, bij hem kon oproepen.
In zijn ambitie om een echte schilder te worden, maakte Sluijters dankbaar gebruik van alles wat in zijn tijd ‘modern’ was, zonder echt te kiezen voor een theorie of een artistiek ideaal. Ondanks zijn experimenteerdrift bleef hij uiteindelijk een kunstenaar die het er om te doen was de realiteit in kleur en vorm op het platte vlak weer te geven. Zijn hang naar realisme is consistent: ‘Een ding heb ik nooit kunnen missen: het contact met de natuur, met de herkenbare, natuurlijke vorm’.

Omslag afbeelding
Jan Sluijters
La Joie de Peindre, 1946 gedateerd
Private collection

Jan Sluijters
Zelfportret op 22-jarige leeftijd, oktober 1904 gedateerd
Private collection